Capital C: nieuw leven voor een gebouw met allure

25 februari 2019

De voormalige Diamantbeurs aan het Weesperplein in Amsterdam is omgedoopt tot Capital C, een ontmoetingsruimte en co-workspace voor de creatieve industrie. Het rijksmonument is nauwkeurig gerestaureerd volgens de oorspronkelijke bouwtekeningen van architect Gerrit van Arkel. De nieuwe blikvanger is een diamantvormige glazen ‘dome’ op het dak, een knipoog naar de oorspronkelijke functie van het gebouw.

De Diamantbeurs werd in 1910 gebouwd en opgeleverd. Na verschillende toevoegingen, verbouwingen en een brand was er begin deze eeuw weinig meer over van de allure van het Art Nouveau-gebouw. Een ingrijpende renovatie en modernisering was nodig om het gebouw een internationaal centrum van de creatieve industrie te laten zijn. Niet alleen moest de fundering worden hersteld en versterkt om de nieuwe dakopbouw te kunnen dragen, ook moest er een vier meter diepe kelder onder het gebouw komen. Een uitdaging die intensieve samenwerking en nauwe afstemming vroeg tussen architect, aannemer en constructeur.

Stabiel en efficiënt
Koen IJff, projectleider bij Pieters Bouwtechniek: ‘Bij een funderingsherstel van een gebouw als de Diamantbeurs wordt meestal begonnen met het vijzelen van de bestaande constructie, waarbij het gewicht via een tijdelijke overdrachtsconstructie op de nieuwe funderingspalen wordt overgedragen. De Diamantbeurs is met haar 9.644 m2 een relatief groot en zwaar gebouw, waardoor bij een dergelijke uitvoeringswijze een omvangrijke tafelconstructie nodig zou zijn om in de bouwfase de stabiliteit van het gebouw te kunnen garanderen. Dat betekent automatisch ook een grote bouwput, damwanden met zware profielen en veel staal- en stutwerk.’ Er is voor een andere aanpak gekozen. De betonnen vloer van de begane grond is eerst gestort, met daarin opgenomen stalen verstevigingsconstructies. Ook is de bestaande bovenconstructie verstevigd door het opdikken van kolommen. Deze aanpak zorgde voor meer stabiliteit in de uitvoeringsfase, omdat het gebouw op de bestaande constructie kon blijven rusten, ook tijdens het uitgraven van de kelder. Dat zou bij de meer gebruikelijke methode niet het geval zou zijn geweest. Bovendien zorgde de gekozen aanpak voor minder risico’s en meer efficiëntie tijdens de uitvoering, omdat de werkzaamheden zowel onder als boven het maaiveld tegelijkertijd konden beginnen. ‘Het is altijd de vraag wat je tegenkomt bij graafwerkzaamheden onder gebouwen die op plekken staan met een lange historie. Wordt er een belangrijke archeologische vondst gedaan, dan liggen de werkzaamheden zo een paar maanden stil. Door de vloer van de begane grond eerst te storten, kon het werk boven het maaiveld in ieder geval gewoon doorgaan’, aldus IJff. Iedereen hoopte natuurlijk op een vergeten kistje diamanten, maar helaas zijn er tijdens de graafwerkzaamheden alleen oude funderingsresten en beerputten gevonden.  

Minimale beweging
In de oorspronkelijke kelder van het gebouw zaten ooit de kluis van de Diamantbeurs en de kantoren van de Incassobank. De kelder moest maar liefst vier meter diep worden, zodat gebruikers van Capital C er hun auto en fiets kunnen parkeren. Een extra uitdaging bij de uitvoering was dat de nieuwe kolommen in de kelder niet recht onder de kolommen van de bovenbouw staan. In de vloer van de begane grond vindt dus een aanzienlijke krachtsoverdracht tussen verticale elementen plaats. De bestaande kolommen op de begane grond zijn eerst rondom verstevigd met in het werk gestort beton, waarna de nieuwe kolommen in de kelder achter de oude kolommen zijn gebouwd. Vervolgens is er een nieuw stalen frame om de voet van de verstevigde kolom gemaakt, is er door de bestaande kolommen heen geboord en is de tijdelijke stempeling aangebracht. ‘Een plotselinge overgang van de ene krachtswerking naar de andere bij het verwijderen van de tijdelijke stempeling, heeft mogelijk een negatieve invloed op de vloer van de begane grond. Daarom is er voor gekozen om per paalgroep (of kolomvoet) eerst de lasten over te nemen in een vijzelconstructie om vervolgens de tijdelijke stempeling te verwijderen en de krachtsoverdracht gecontroleerd te laten plaatsvinden. Ondertussen is constant gemeten wat dit met de vloer van de begane grond deed. De beweging is niet groter geweest dan 1 millimeter’, aldus IJff.

Parametrisch ontwerp
Op het dak zijn de twee markante torens en de originele dakrand met hekwerk en timpanen uit het oorspronkelijke ontwerp van Van Arkel in ere hersteld. Daarachter verrijst de nieuwe blikvanger: een indrukwekkende glazen dome, die - heel toepasselijk - doet denken aan een diamant. Het ontwerp van ZJA Zwarts & Jansma Architecten is gebaseerd op het principe van de gridshell, een dubbel gekromde constructie die is opgebouwd uit een grid in plaats van een dicht oppervlak. Dit geeft grote vormvrijheid en maakt grote overspanningen mogelijk zonder extra kolommen te hoeven plaatsen. Op die manier is een licht ogende, transparante dakstructuur ontstaan.

De dome is parametrisch ontworpen, een proces waarbij een ontwerp wordt gemaakt op basis van data of relaties tussen onderdelen. Dit stelt je niet alleen in staat om complexe geometrische constructies te maken, maar het biedt ook de mogelijkheid om tot in een laat stadium van het ontwerpproces nog wijzigingen door te voeren. Steeds als de architect de vorm van de dome aanpaste - iets lager, hoger, smaller of breder - kon deze nieuwe vorm direct worden gekoppeld aan het rekenmodel van Pieters. Met form finding is vervolgens gezocht naar de meest ideale vorm van de koepel, die ook de uiteindelijke constructie bepaalde. Het resultaat is een relatief lichte staalconstructie met zo vlak en vierkant mogelijke panelen van dubbel glas. De stalen ladderframes zijn gemaakt in de fabriek van Octatube en vervolgens naar Amsterdam getransporteerd, waar ze ter plekke met stalen koppelkokers aan elkaar verbonden zijn. De glaspanelen zijn vastgezet in het stalen frame.

Subtiele toevoeging
En hoe is het bestaande gebouw in staat dat enorme gewicht van de 45 meter lange en 15 meter koepel te dragen? ‘Het zou al ingewikkeld zijn om zo’n dome op een grasveld te plaatsen, laat staan bovenop een monumentaal pand uit 1911’, zegt IJff. ‘Daarom steunt de staalconstructie niet op de buitenmuren, maar op nieuwe stalen frames die samen de zesde en zevende verdieping vormen. Deze frames steunen weer op de verstevigde, bestaande kolommenstructuur van het gebouw.’ Dit betekent dat opbouw, waar een rooftop bar met dakterras in zal komen, een stukje terug staat van de oorspronkelijke gevellijn en vanaf de straat niet direct in het oog springt. Met andere woorden: een subtiele toevoeging aan een toch al markant gebouw.



Terug naar het nieuwsoverzicht